Om de twee weken gaan mijn zus Hinde en ik op zondagmiddag altijd op bezoek bij onze moeder die in ‘De Buitenhof’ woont, een verzorgingstehuis in Amsterdam Buitenveldert. Volgens mij heb ik al wel eens in een blog beschreven dat je vanuit haar kamer op de Joodse lagere school Rosh Pina en de Joodse middelbare school Maimonides kijkt. Voor Hinde en mij, vooral wat betreft Maimonides, vooral een herinnering aan hoe mensen niet met elkaar om moeten gaan. Gelukkig blijken er buiten Maimonides nog andere aardige Joodse werelden te bestaan.
Enfin, sinds ongeveer een jaar is er op loopafstand van ‘De Buitenhof’, een koshere brasserie geopend (schuin tegenover Beth Shalom, waar onze vader woonde)en daar wandelen we dan met z’n drieën naar toe, althans, Hinde en ik lopen, onze moeder duwen we in haar rolstoel voort. Het is in die brasserie aangenaam zitten, de bediening is vriendelijk en het eten vinden we, voor wat we tot nu toe genuttigd hebben, erg lekker.
Nou zijn het voor Hinde en mij niet de fijnste uurtjes van de week, dat samenzijn met onze moeder. Ze is al haar hele leven psychisch erg labiel en wij hebben daar in onze jeugd nogal onder geleden. Die confrontatie steeds, met dat deel van ons verleden is soms erg zwaar, vooral omdat onze moeder er nu als een ineengedoken, zielig vogeltje bijzit en ze er natuurlijk alleen maar nog labieler is op is geworden.
Onvermijdelijk zijn daar dan ook altijd weer haar tranen om Tonio. Volkomen terecht. Hij was haar kleinzoon, haar enige kleinkind en hij heeft heel vaak bij zijn oma en opa gelogeerd.
Het leven is een rauwe aangelegenheid, niet aan alle kanten tot zachtheid te masseren.
En toch, ik ben van dat ‘uitstapje’ gaan houden, misschien juist omdát het verleden zo nadrukkelijk zijn stempel drukt op die middagen. Hinde en ik zijn altijd heel veel met elkaar omgegaan, ook in onze kindertijd, ondanks dat we vijf jaar in leeftijd verschillen. Als ik met haar ben, voel ik me op de een of andere manier nog steeds beschermd door haar, zoals vroeger, als klein meisje. En zelfs dat met onze moeder zijn bezorgd me, naast alle andere emoties, een warm gevoel. Soms roep ik het wel eens uit tegen Hinde: ‘Ze kan nog wel tien jaar leven en dan moeten wij nog tien jaar om de twee weken naar mama.’ (ze wordt dit jaar negentig, maar haar zus in Israël is al honderd)
Ik weet zeker dat ik deze ‘uitstapjes’ zal gaan missen, mocht onze moeder er niet meer zijn.
wat goed lijkt mij, samen met je zus naar een oude moeder. Mijn moeder heeft ook verdriet om haar overleden kleinzoon, ook een intens oorlogstrauma. Het is en blijft voor mij zwaar om haar te bezoeken, wat had ik in deze omstandigheden graag een lieve zus gehad. Ik ga wel eens samen met een goede vriendin, maar zoals zussen dat doen, een blik een half woord is al voldoende, je wéét het, je voelt het de saamhorigheid. Mooi lijkt mij dit, daardoor ook vol te houden en er toch wat van te maken.
Heel fijn voor je Mirjam, deze steun van je zus.
Liefs Grethe
LikeLike
Lief On Apr 13, 2015 3:37 PM, “Mirjam Rotenstreich. Dagboek van een
LikeLike